Aanmeldingsprocedure

Wat moet u doen als u uw zoon of dochter wilt aanmelden bij het Rotterdamcollege?

Ouders kunnen altijd een afspraak maken met de school voor een oriënterend bezoek. De school geeft dan een rondleiding en uitleg over het onderwijs en de aanmeldprocedure. De schoolgids is beschikbaar.

Als ouders na de oriëntatie hun kind willen aanmelden voor plaatsing op het Rotterdamcollege wordt de volgende procedure gevolgd:
  1. Bij keuze voor de Rotterdamcollege moeten de aanmeldingsformulieren worden ingevuld en ondertekend. De ondertekening van het formulier/schriftelijke aanmelding betekent formeel een verzoek tot toelating. Alleen ouders (of de wettelijke vertegenwoordigers) kunnen een kind aanmelden en dus het aanmeldingsformulier ondertekenen.
  2. Op het moment van ondertekenen van de aanmeldingsformulieren gaat voor het Rotterdamcollege de “zorgplicht” in. Dit is wettelijk vastgelegd en houdt in dat de school binnen zes weken moet bepalen of zij een passend arrangement kan bieden en of hier plaatsruimte is. Indien er geen plaatsruimte is, of het kind niet voldoet aan de toelatingseisen van de school, stopt de zorgplicht van het Rotterdamcollege en zijn de ouders verantwoordelijk voor het vinden van een andere onderwijsplek. 
  3. Als de school een schriftelijke aanmelding ontvangt, stuurt zij een bevestiging van ontvangst naar de ouders en start de toelatingsprocedure. Deze dient binnen zes weken na de schriftelijke aanmelding afgerond te zijn. Bij uitzondering kan deze periode verlengd worden tot tien weken; bijvoorbeeld als de school nader onderzoek naar het (dossier van het) kind wil doen. Indien hier sprake van is zal de school dit tijdig (in ieder geval voor het verstrijken van de eerste zes weken) naar de ouders communiceren. Om te bepalen of een kind toegelaten kan worden, wordt onder meer de volgende centrale vraag gesteld: kan de school voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling?

Met betrekking tot de laatste vraag wordt de volgende procedure doorlopen:

  1. Alle leden van de Commissie van Begeleiding doen dossieronderzoek: de CvB is een wettelijk verplichte schoolgebonden Commissie die bestaat uit directeur, orthopedagoog/psycholoog, maatschappelijk werkende, schoolarts, intern begeleider en logopediste. Deze Commissie is verantwoordelijk voor de handelingsgerichte diagnostiek. Naast het dossieronderzoek zal de gedragswetenschapper en/of intern begeleider het kind observeren in zijn of haar huidige klas of eventueel op het Rotterdamcollege.
  2. De CvB houdt een toelatingsvergadering waarin wordt afgewogen of dit specifieke kind met deze specifieke ondersteuningsbehoefte het beste geholpen kan worden binnen de school. Vervolgens brengt de CvB een advies over de plaatsing uit aan de directie van de school.
  3. Als vastgesteld is dat de school kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van het kind wordt bekeken of er plaats is in de specifieke groep die dit kind nodig heeft. Dit is afhankelijk van het aantal leerlingen in de groep, afgezet tegen de maximale groepsgrootte die is vastgesteld in het ondersteuningsprofiel.
  4. Ouders ontvangen het besluit van de CvB via de directie van de school. Bij een positief besluit vraagt het Rotterdamcollege een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aan bij het samenwerkingsverband in de woonplaats van het kind. Bij een negatief besluit wordt onderbouwd waarom de school niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling en gaat de school in overleg met de ouders op zoek naar een andere onderwijsplek.
  5. Bij een positief besluit en na afgifte van een TLV schrijft de directeur het kind in op het Rotterdamcollege en kan het kind geplaatst worden. Dit gebeurt in de regel op een van de plaatsingsdagen in het schooljaar: de eerste dag van het schooljaar of de eerste dag na de kerstvakantie. Plaatsing op een ander moment kan altijd worden besproken met de directie.

Bij het zoeken naar een school is het belangrijk dat ouder(s)/verzorger(s) en de verwijzende school informatie geven over het kind. Het bevoegd gezag van een school (het schoolbestuur) kan hier een formeel verzoek voor indienen bij ouder(s)/verzorger(s). Van hen wordt dan verwacht dat zij alle relevante informatie over hun kind aan de school overhandigen. Wil de school eventueel toch nader onderzoek laten doen door bijvoorbeeld een gedragswetenschapper, dan moeten de ouder(s)/verzorger(s) daar toestemming voor geven. Ook moeten ouder(s)/verzorger(s) aangeven op welke andere scholen zij hun kind eventueel hebben aangemeld. De school waar de leerling als eerste is aangemeld, is zorgplichtig.

Het verzoek van het bevoegd gezag van een school aan ouder(s)/verzorger(s) om meer informatie te verstrekken, geldt voor ouder(s)/verzorger(s) met een kind dat extra ondersteuning nodig heeft. Zij kunnen dan samen met de school bepalen wat de extra onderwijsbehoeften van het kind zijn. Het is zeer belangrijk dat ouder(s)/verzorger(s) en school samen optrekken in het vinden van een passende school voor het kind. Er is vaak veel informatie beschikbaar over een kind. Door in openheid informatie met elkaar te delen, is de kans het grootst dat een passende school voor het kind gevonden kan worden die aansluit bij zijn of haar ondersteuningsbehoefte en de wensen van de ouder(s)/verzorger(s).
Ouder(s)/verzorger(s) ontvangen bij het schooladvies van de verwijzende school een unieke code die zij bij de aanmelding doorgeven. Hiermee kan de plaatsende school het digitale dossier van de leerling (met de benodigde informatie voor het aanvragen van een TLV) ophalen en de TLV-aanvraag in gang zetten.
Het Rotterdamcollege hanteert een voorrangsregeling voor leerlingen afkomstig van de SO school van het eigen schoolbestuur (de Mattheusschool).